Drijven en zinken
Wetenschappen en techniek
Techniek
Natuur
Kerncomponenten van techniek
Levende en niet-levende natuur
Met deze collectie werken we aan volgende eindtermen en leerplandoelstelligen:
EindtermenZILL leerplanOVSG leerplanGO! leerplan
De leerlingen
- ETWT1.14: kunnen van courante materialen uit hun omgeving enkele eigenschappen aantonen;
- ETWT2.6: kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen;
- OWte2.5.0: Illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen
- OWna3.3.0: Onderzoeken en illustreren dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen - de energiebronnen benoemen
- OWna8.3.0: Natuurlijke verschijnselen zoals het vallen van de bladeren, ijsvorming, verdampen … onder begeleiding onderzoeken
- OWna8.5.0: Onder begeleiding waarnemen, onderzoeken, vaststellen en uitdrukken dat de toestand waarin stoffen zich bevinden kan veranderen: gasvormig, vloeibaar, vast
- OWna8.8.0: In gebruiksvoorwerpen zoals zuignappen, hefbomen, verbonden vaten, gesloten stroomkringen, spiegels, barometers, thermometers en bliksemafleiders de toepassing herkennen van natuurlijke verschijnselen
- WO-TEC-01.19: De leerlingen weten dat natuurkundige verschijnselen en eigenschappen van materialen de keuzes bij het ontwerpen van een technische realisatie mee bepalen.
- WO-NAT-04.01a: De leerlingen ervaren van courante materialen uit hun omgeving of ze al dan niet drijven of zinken.
- 32620: Enkele natuurlijke verschijnselen beschrijven: sneeuw smelt, water bevriest, een, magneet trekt ijzer aan …
- 32622: Enkele natuurlijke verschijnselen m.b.t. vloeistoffen beschrijven: druk, opwaartse kracht, verbonden vaten, drijven en zinken, oplosbaarheid.